Geschiedenis
De op 22 maart 1946 opgerichte Rooms Katholieke toneelvereniging St. Caecilia heeft in de loop van haar bestaan meer zien veranderen dan alleen de spelling van haar naam. St. Cecilia is nu geen mannenvereniging meer; bij de oprichting wel. De zeer eerwaarde heer pastoor ziet niet meer toe op het gedrag van de leden en de aanwezigheid van strikt gescheiden kleedruimten voor de dames- en herenleden. Het nadrukkelijke katholieke stempel is eveneens verdwenen, al wordt er nog steeds vaak gerepeteerd in het R.K. Verenigingsgebouw De Ark, dicht bij de plaats waar de eerste repetitieruimte was, namelijk de zolder van de “oude Leonardusschool” aan de Lierse Van Rijnstraat.
In de loop van vijftig jaar kwamen en gingen vele leden. Er werd met veertien mannen gestart. Nu zijn er ruim twintig spelende leden uit De Lier en omgeving. In 1950 mochten dames lid worden en hoefden de mannen de damesrollen niet meer te spelen. Vooral in het begin van de jaren vijftig kende de toneelvereniging een grote bloei met steeds meer dan dertig leden, hoewel er ook vertrokken. In die tijd ook als gevolg van emigratie.
Het aantal opvoeringen per jaar varieerde met het wel en wee van de toneelverenging, ontstaan uit de gelijknamige muziekvereniging. Uitdagingen is de vereniging nooit uit de weg gegaan. In 1972 werd de musical Im Weissen Rössl gespeeld in samenwerking met het koor Les Sirènes en leden van de harmonievereniging St. Caecilia. In 1985 was het St. Cecilia die het initiatief nam om de voor die tijd onregelmatig gehouden Westlandse eenakterfestival om te zetten in een vaste tweejaarlijkse traditie. Dit initiatief leidde tot de oprichting van het Westofal, waaruit weer het Westlands Theater Centrum (W.T.C) ontstond. Deze overkoepelende vereniging van
Westlandse toneelclubs speelt een steeds belangrijker rol binnen het Westlandse amateurtoneel. Ook op regionaal Westlands niveau boekte de vereniging successen met winnende producties, zoals in 1987 “Karel” van Slavomir Mrozek en in 2007 “De Dienstlift” van Harold Pinter.
Mensen spelen de belangrijkste rol binnen een vereniging: voor en achter de schermen. De vereniging heeft op tientallen een beroep mogen doen. En niet tevergeefs. Spelers, speelsters, regisseurs, voorzitters, bestuursleden, decorbouwers, sjouwers, chauffeurs, de lijst lijkt oneindig.
In het begin met vaste regisseurs, zoals Wim Alsemgeest uit Kwintsheul en natuurlijk Anton Keijzer. Zij droegen bij tot de bloei van de vereniging. Maar zeker ook bestuursleden, bijvoorbeeld in de persoon van Han Hofstede. Hij was van 1950 tot 1979 voorzitter, maar bleef zich daarna als souffleur inzetten voor de vereniging.
In 2006 heeft St. Cecilia haar 60 jarig jubileum gevierd met een vier maal uitverkochte voorstelling van het jubileum stuk “A Christmas Carol” van Charles Dickens in De Rank. Niet altijd werden de jubilea op het juiste moment gevierd. In 1978 leefde men nog in de veronderstelling dat de vereniging toen slechts dertig jaar bestond.
Bovenstaande tekst is grotendeels gebaseerd op het in 1996 uitgebrachte boek “Van Spruitenloods tot theater”dat werd uitgebracht ten gelegenheid van het toenmalige vijftig jarige jubileum.
In de loop van vijftig jaar kwamen en gingen vele leden. Er werd met veertien mannen gestart. Nu zijn er ruim twintig spelende leden uit De Lier en omgeving. In 1950 mochten dames lid worden en hoefden de mannen de damesrollen niet meer te spelen. Vooral in het begin van de jaren vijftig kende de toneelvereniging een grote bloei met steeds meer dan dertig leden, hoewel er ook vertrokken. In die tijd ook als gevolg van emigratie.
Het aantal opvoeringen per jaar varieerde met het wel en wee van de toneelverenging, ontstaan uit de gelijknamige muziekvereniging. Uitdagingen is de vereniging nooit uit de weg gegaan. In 1972 werd de musical Im Weissen Rössl gespeeld in samenwerking met het koor Les Sirènes en leden van de harmonievereniging St. Caecilia. In 1985 was het St. Cecilia die het initiatief nam om de voor die tijd onregelmatig gehouden Westlandse eenakterfestival om te zetten in een vaste tweejaarlijkse traditie. Dit initiatief leidde tot de oprichting van het Westofal, waaruit weer het Westlands Theater Centrum (W.T.C) ontstond. Deze overkoepelende vereniging van
Westlandse toneelclubs speelt een steeds belangrijker rol binnen het Westlandse amateurtoneel. Ook op regionaal Westlands niveau boekte de vereniging successen met winnende producties, zoals in 1987 “Karel” van Slavomir Mrozek en in 2007 “De Dienstlift” van Harold Pinter.
Mensen spelen de belangrijkste rol binnen een vereniging: voor en achter de schermen. De vereniging heeft op tientallen een beroep mogen doen. En niet tevergeefs. Spelers, speelsters, regisseurs, voorzitters, bestuursleden, decorbouwers, sjouwers, chauffeurs, de lijst lijkt oneindig.
In het begin met vaste regisseurs, zoals Wim Alsemgeest uit Kwintsheul en natuurlijk Anton Keijzer. Zij droegen bij tot de bloei van de vereniging. Maar zeker ook bestuursleden, bijvoorbeeld in de persoon van Han Hofstede. Hij was van 1950 tot 1979 voorzitter, maar bleef zich daarna als souffleur inzetten voor de vereniging.
In 2006 heeft St. Cecilia haar 60 jarig jubileum gevierd met een vier maal uitverkochte voorstelling van het jubileum stuk “A Christmas Carol” van Charles Dickens in De Rank. Niet altijd werden de jubilea op het juiste moment gevierd. In 1978 leefde men nog in de veronderstelling dat de vereniging toen slechts dertig jaar bestond.
Bovenstaande tekst is grotendeels gebaseerd op het in 1996 uitgebrachte boek “Van Spruitenloods tot theater”dat werd uitgebracht ten gelegenheid van het toenmalige vijftig jarige jubileum.